Acteursgroep Wunderbaum raakte gefascineerd door de combinatie van verveling en lichte onrust die vorige zomer kenmerkte. De vijfdelige film ‘Urlaub in Deutschland’ onderzoekt de consequenties van corona op de zomervakantie.
‘Een héle zomer in eigen land? Dat leek de meeste mensen hier in Duitsland echt een nachtmerrie.” Zelf bleef theatermaker Walter Bart het afgelopen jaar ook de hele zomer in zijn woonplaats Jena in Oost-Duitsland. Die collectieve, noodgedwongen vakantie in eigen land werd het uitgangspunt voor de ‘slow movie’ Urlaub in Deutschland, waarin Bart met zijn theatercollectief Wunderbaum en het ensemble van Theaterhaus Jena de consequenties van de coronapandemie op de zomervakantie onderzoekt. Met als vragen: wat zijn de voor- en nadelen van lokaal toerisme en, in het verlengde daarvan, het wegblijven van internationaal toerisme? De vijf afleveringen van de filmreeks worden vanaf deze donderdag in vijf dagen online vertoond via de website van coproducent Theater Rotterdam.
Acteursgroep Wunderbaum werd in de zomer van 2001 opgericht door toneelspelers Walter Bart, Matijs Jansen, Marleen Scholten, Maartje Remmers en Wine Dierickx, die net gezamenlijk waren afgestudeerd aan de Toneelacademie Maastricht. Ze opereren vanuit Rotterdam, maar spelen vrijwel vanaf het begin veel internationaal. Toen er begin 2018 een vacature opdook voor een nieuwe artistieke leiding bij Theaterhaus Jena (er werd specifiek gezocht naar een collectief om het theater te bestieren), besloot de groep te solliciteren. Ze werden uit 63 aanmeldingen gekozen.
Dat verklaart dat Walter Bart in de zomer van vorig jaar de coronapandemie meemaakte vanuit Jena, een middelgrote studentenstad in de deelstaat Thüringen. „Net als in Nederland gaan veel mensen in Duitsland in de zomerperiode naar Zuid-Europa. Maar ineens moest de hele zomerinvulling finaal op de schop. We zagen hoe de inwoners tegen wil en dank vakantie in eigen land moesten vieren en dat vonden we een mooi gegeven om te onderzoeken.”
Bart, die inmiddels ruim twee jaar met zijn gezin in Jena woont, schetst zijn woonplaats als „een provinciestadje met een typisch Oost-Duitse slaperigheid”. „Maar het is ook weldadig groen. Jena ligt midden in de heuvels en is omringd door bossen. Door het mooie weer tijdens de zomer, stond al die natuur op springen. Dat was de paradox: de wereld leek bijna perfect, maar tegelijkertijd was er constant die dreiging van dat virus.”